Paragrafen

Financiering

In de Europese Unie (EU) zijn afspraken gemaakt over het begrotingstekort. Landen binnen de EU mogen een begrotingstekort hebben van 3% op het bruto binnenlands product (bbp). Het bbp is de waarde van alle gemaakte goederen en geleverde diensten van een land in één jaar. Gemeenten moeten zich ook aan deze regel houden. Het begrotingstekort wordt uitgedrukt in het EMU-saldo. Het maximum per gemeente staat jaarlijks in de septembercirculaire en wordt gebaseerd op het begrotingstotaal. In 2023 mogen de uitgaven van Almere maximaal € 41,5 miljoen hoger zijn dan onze inkomsten (2022: € 36,7 miljoen).

In onderstaande tabel is de prognose van ons EMU-saldo voor de komende jaren weergegeven.

bedragen x € 1 miljoen

2022

2023

2024

2025

2026

resultaat voor reserves

23

-65

-25

7

-2

+ afschrijvingen t.l.v. exploitatie

25

31

32

30

32

+ bruto dotaties aan post voorzieningen t.l.v. exploitatie

30

25

24

22

20

- investeringen (im)materiële vaste activa

-245

-52

-15

-40

-28

+ niet in exploitatie verantwoorde baten

0

0

0

0

0

+ desinvesteringen (im)materiële vaste activa

0

0

0

0

0

- niet in exploitatie verantwoorde baten desinvesteringen

0

0

0

0

0

- lasten grondexploitatie

-102

-117

-99

-94

-61

+ niet in exploitatie verantwoorde baten grondexploitatie

162

176

182

226

160

- lasten transacties met derden op balanspost voorzieningen

-26

-26

-26

-21

-15

- lasten i.v.m. transacties met derden op balanspost reserves

0

0

0

0

0

- verkoop van effecten

0

0

0

0

0

saldo

-128

-19

75

132

107

Het EMU-saldo is alle inkomsten verminderd met alle uitgaven in 1 jaar

Op basis van de huidige meerjarenbegroting verwachten we dat het EMU-saldo over de gehele perspectiefperiode positief is.
We investeren de komende jaren veel in de stad. Dat doen we via de grondexploitaties maar ook vanuit andere beleidsterreinen. Dit zijn onder andere investeringen in de openbare ruimte, stedelijke vernieuwing en onderwijshuisvesting.  Maar bij het grondbedrijf verwachten we meer inkomsten dan uitgaven, doordat we de investeringen uit het verleden nu gaan terugverdienen. Dat liet zich in de Programmarekening 2021 ook al zien. Per saldo verwachten we daardoor een positief saldo als we alle jaren optellen.

Het jaar 2022 laat nu een hoog negatief saldo zien. Dat komt doordat de investeringen in materiële vaste activa (openstaande kredieten) nu bijna helemaal in het jaar 2022 gepland staan. Bijvoorbeeld voor de geplande scholenbouw en de investeringen vanuit het Fonds Verstedelijking Almere. Dat heeft vooral een administratieve oorzaak. In de praktijk vinden de investeringen gefaseerd plaats, verspreid over een aantal jaar. Vooraf is niet altijd duidelijk welk deel van de investering in welk jaar wordt gedaan. In de jaarrekening presenteren we uiteindelijk het daadwerkelijk gerealiseerde EMU-saldo.

Deze pagina is gebouwd op 03/10/2023 14:48:37 met de export van 03/10/2023 14:27:28