Almere wil een aantrekkelijke stad zijn om te wonen, te werken en te verblijven. De openbare ruimte speelt hierin een belangrijke rol. Wij willen de stad zo beheren dat het aansluit op de behoefte van haar gebruikers en effectief investeren in de verschillende vormen van onderhoud.
Dit eerste deel van de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is bedoeld om een beeld te geven van de staat van onze openbare ruimte. Deze bestaat uit alle wegen, het groen en de bomen, de speelvoorzieningen, het water, de bruggen en de openbare verlichting. Eerst wordt iets meer gezegd over de vastgestelde beleidskaders die we hanteren en de vastgestelde beheerniveaus. Vervolgens wordt kort ingegaan op de instrumenten die we ontwikkelen om steeds zorgvuldiger af te kunnen wegen hoe we het geld voor beheer nu en in de toekomst zo goed mogelijk besteden. Daarna staan we stil bij de financiële ontwikkelingen op het gebied van beheer en onderhoud. Ten slotte wordt een toelichting gegeven op de verschillende vormen van onderhoud: het dagelijks verzorgend onderhoud, groot onderhoud en vervangingen en het realiseren van extra ambities.
Voor een totaaloverzicht van de lasten en baten per activiteit wordt verwezen naar het programma Duurzaam, leefbaar en bereikbaar. Daarnaast geeft het Bestedingsplan groot onderhoud en vervangingen in de bijlage van deze begroting zicht op de projecten die we in 2022 willen uitvoeren.
Beleidskaders
In 2021 is de Visie openbare ruimte vastgesteld. Deze visie beschrijft de grootste uitdagingen bij het beheer van de stad. Hierbij wordt aangegeven dat we bij het beheer altijd eerst de risico’s beperken. Het bestaande beheerbudget is hard nodig om de stad schoon, heel en veilig te houden. Waar mogelijk kijken we ook of de openbare ruimte duurzamer, leefbaarder, gezonder, groener, blauwer en verkeersveiliger gemaakt kan worden. Begin 2022 is ook het strategisch assetmanagementplan aan de raad voorgelegd, waarin wordt ingegaan op de budgetten die in de toekomst nodig zijn om onze visie op de openbare ruimte te realiseren.
De Visie openbare ruimte vormt de kapstok voor beleidskaders zoals het Speelbeleid, het Waterplan, het Bomenkader en het Beleidskader grootschalig onderhoud woonwijken en bedrijventerreinen. In deze beleidskaders wordt de overkoepelende visie uitgewerkt voor de verschillende onderdelen van onze openbare ruimte. De komende jaren willen we ook beleidskaders vaststellen voor het beheer van groen, infrastructuur, riolering en ondergrondse kabels en leidingen.
De beleidskaders zijn weer verder uitgewerkt in beheerplannen. Die worden door het college vastgesteld en meegenomen in diverse onderliggende ambtelijke processen en contractvormen. Al deze documenten vormen samen het Beleidshuis beheer openbare ruimte, dat de basis vormt voor al onze beheeractiviteiten.
Vastgestelde beheerniveaus
De gemeenteraad heeft met de rapportage Bestuursopdracht Beheer (2015) vastgesteld op welk kwaliteitsniveau het onderhoud in de stad wordt uitgevoerd. Met het Strategisch assetmanagementplan van begin 2022 zijn deze kwaliteitsniveaus opnieuw onder de aandacht gebracht. Deze niveaus verschillen per element van de openbare ruimte en per functiegebied. In grote lijnen geldt voor de centrumgebieden het A-niveau (hoge kwaliteit) en voor hoofdinfrastructuur en woongebieden B-niveau (basis). Voor bedrijventerreinen en buitengebieden wordt kwaliteitsniveau C (laag) aangehouden.
Ontwikkeling instrumentarium
In het rekenkameronderzoek ‘lessen beheer en onderhoud’ is geconstateerd dat we beter zicht moeten krijgen op de staat van onze openbare ruimte en de toekomstige onderhoudskosten. Alleen zo kunnen we ons voorbereiden op de ingewikkelde klus om een nog altijd groeiende stad goed te beheren en toekomstbestendig te houden. Het gaat daarbij steeds om het vinden van de juiste balans tussen kosten, prestaties en risico’s.
Deze aanbevelingen hebben geleid tot het programma assetmanagement, dat moet leiden tot verdere professionalisering van onze beheerorganisatie. Zo willen we nog zorgvuldiger afwegen hoe het beheerbudget zo effectief mogelijk kan worden gebruikt. Daarbij kijken we het liefst vanaf het ontwerp van een stuk openbare ruimte naar de totale beheerperiode, inclusief vervanging. Met assetmanagement wordt explicieter gekeken naar het doel van de objecten in de openbare ruimte en dat het beheer goed wordt afgestemd op het gewenste functioneren: welke kapitaalgoederen hebben we, wat willen we bereiken met de kapitaalgoederen en hoe denken we dat te bereiken?
Belangrijke producten die ons helpen bij de antwoorden op deze vragen zijn de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR), de beheerparagrafen, de rekenmotor, de beheerplannen en onze strategische personeelsplanning.
De LIOR is een handboek waarin alle technische kaders en eisen staan beschreven die vanuit de kijk op beheer worden gesteld aan een nieuw te ontwikkelen stuk openbare ruimte. Doel van deze leidraad is dat we eerder en beter kunnen meekijken bij de inrichting, zodat problemen in het latere beheer worden voorkomen. Met de LIOR in de hand stellen we voor iedere gebiedsontwikkeling een beheerparagraaf op. Hierin wordt beschreven wat de gevolgen van bepaalde inrichtingskeuzes zijn voor het latere beheer en de kosten hiervan. Wanneer blijkt dat sommige keuzes leiden tot een onwenselijke of onbetaalbare situatie in de toekomst, is de beheerparagraaf het instrument om op te schalen, zo nodig richting college of raad.
In de rekenmotor zitten alle objecten en stukken openbare ruimte die we beheren, de aanlegdatum, alle vormen van onderhoud (dagelijks, planmatig en groot onderhoud en vervanging) die we uitvoeren en de bijbehorende kosten. Hiermee kunnen we straks tot in de verre toekomst uitrekenen hoeveel geld (normatief) nodig is om de stad goed te beheren. Om voor de korte termijn in beeld te brengen welke kosten we daadwerkelijk gaan maken, gebruiken we de beheerplannen. Hierin wordt per beheerdiscipline aangegeven hoe we uitvoering geven aan onze beleidskaders en welke werkzaamheden hieruit voortvloeien. In de strategische personeelsplanning werken we uit welke functies nu en in de toekomst nodig zijn en welke rollen en verantwoordelijkheden zij moeten hebben om de beheerorganisatie goed te laten draaien.
Financiën
Na jaren van diverse bezuinigingen op het beheer van onze openbare ruimte, wordt in deze begroting voorgesteld extra beheerbudget beschikbaar te stellen. Hiermee wordt opvolging gegeven aan de aanbevelingen uit het Strategisch assetmanagementplan. Voorgesteld wordt om ongeveer € 3 miljoen extra vrij te maken voor dagelijks verzorgend onderhoud.
Daarnaast is de uitwerkingsopdracht ‘grip op de beheeropgave’ opgenomen. Doel hiervan is om verder uit te werken hoeveel geld nodig is voor groot onderhoud en vervangingen in de openbare ruimte. Vanuit de normatieve berekeningen uit het Strategisch assetmanagementplan wordt toegewerkt naar een zo concreet en realistisch mogelijke investeringsplanning voor de komende 10 jaar. Hierbij kijken we niet alleen naar de theoretische levensduur maar ook naar de feitelijke onderhoudssituatie van onze bezittingen. Op basis van deze investeringsplanning kiezen we een bekostigingssystematiek, waarbij de activa worden geactiveerd en afgeschreven over de levensduur.
Met het extra geld voor dagelijks verzorgend onderhoud en de uitwerkingsopdracht wordt een stevige basis gelegd voor het beheer van de openbare ruimte. Toch blijven er een paar flinke aandachtspunten. Ten eerste is het belangrijk om steeds voldoende beheerbudget beschikbaar te stellen voor nieuw te ontwikkelen gebieden. Als de verwachte toekomstige beheerkosten hiervan hoger liggen dan de groei van het beheerbudget, ontstaat er een nieuw tekort. Daarnaast zijn de sterk stijgende prijzen voor bijvoorbeeld materialen en de kosten van aannemers die ingehuurd worden een groot aandachtspunt. Via het gemeentefonds ontvangen we hiervoor onvoldoende loon- en prijscompensatie. Hierdoor staan de door de raad vastgestelde beheerniveaus onder druk en loopt de achterstand verder op bij groot onderhoud en vervangingsprojecten.
Stand van zaken dagelijks onderhoud, groot onderhoud en vervangingen en extra ambities
Zoals hierboven beschreven, zijn we binnen het programma assetmanagement bezig met het verder professionaliseren van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Vooral de beheerplannen en de rekenmotor helpen om een steeds beter beeld te schetsen van de staat van onze openbare ruimte en het in de toekomst benodigde beheerbudget. In het strategisch assetmanagementplan, dat in het voorjaar van 2022 richting de raad is gegaan, staan we hier voor het eerst uitgebreid bij stil.
Voor het dagelijks verzorgend onderhoud kunnen we aan de hand van inspecties laten zien in hoeverre we voldoen aan de vastgestelde beheerniveaus. Bij iedere programmarekening kijken we terug op het afgelopen jaar voor wat betreft de staat van de openbare ruimte.
Hoe het staat met het groot onderhoud en de vervangingen in de openbare ruimte kan het best worden afgemeten aan hoe groot de achterstand in projecten is. Op dit moment hebben we deze achterstand nog niet goed in beeld. De komende jaren hopen we hier meer over te kunnen zeggen. Wel blijkt uit het strategisch assetmanagementplan dat er structureel geld tekort is voor groot onderhouds- en vervangingsprojecten en dat dit tekort de komende jaren alleen maar verder op dreigt te lopen. De komende jaren zijn steeds grotere delen van de stad – vooral wijken en bruggen – aan groot onderhoud en/of vervanging toe. Dit komt doordat in korte tijd grote delen van de stad tegelijk zijn aangelegd. Het benodigde budget neemt hierdoor ook snel toe.
Met de Visie openbare ruimte en het programma assetmanagement kijken we verder dan alleen het op orde houden van de bestaande openbare ruimte. Waar mogelijk dragen we bij aan een leefbare, duurzame en toekomstbestendige stad. Naarmate we meer zicht krijgen op onze (financiële) beheeropgave voor de komende jaren, zijn we steeds meer tot het besef gekomen dat dit niet langer kan vanuit het huidige beheerbudget. Al dit geld hebben we keihard nodig om de basis van een schone, hele en veilige stad te kunnen betalen. Werken aan ambities die verder gaan dan dat, kan alleen als we integraal denken en financieren.