Reserve mutaties

Deze activiteit is:

75% tot 100% beïnvloedbaar

We bepalen zelf hoeveel geld we in de reserves stoppen of eruit halen. Dit zijn stortingen en onttrekkingen. Een deel van het gereserveerde geld zal altijd nodig zijn voor het afdekken van risico's.

De stortingen en onttrekkingen die we in een jaar doen zeggen niks over de vrije ruimte in onze reserves. Hiervoor moet gekeken worden naar de bestedingsplannen per reserve. We kunnen de hoogte van de reserves op verschillende manieren verhogen of verlagen:

• Bestemmingsreserves: beleid schrappen of verminderen die uit deze reserves worden betaald. Hierdoor kan het geld in deze reserves voor nieuw beleid worden ingezet.
• Risicoreserves: de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen voor onze risico's verlagen of verhogen. De methode om de hoogte van de risicoreserves te bepalen, staat in de kadernota risicomanagement en weerstandsvermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen laten wij ook zien hoe groot onze risico's zijn en hoeveel risicoreserves we hier tegenover zetten. We besluiten zelf over de kaders en dus ook de hoogte van de risicoreserves.
• Buffer: het aanpassen van de spaardoelstelling. De spaardoelstelling is nu € 60 miljoen. De stand van de buffer is hier te vinden.