De effecten op het weerstandsvermogen

Het nog te verdienen vermogen in de positieve grondexploitaties is toegenomen tot € 505,1 miljoen. Dat ligt hoger dan in het MPGA 2021. De voornaamste reden hiervoor is het in exploitatie nemen van de MVA gronden bij Overgooi, Stichtsekant en De Vaart IV/VI. Na winstuitname en eerder vastgestelde bestemmingen resteert € 460,3 miljoen aan zachte buffer.

De risico’s zijn ten opzichte van de programmarekening 2021 met € 12,5 miljoen toegenomen. Dat komt vooral door het in exploitatie nemen van MVA gronden bij Overgooi, Stichtsekant en De Vaart IV/VI.

In de grondexploitaties is de afzet van gronden opgenomen op basis van reële, maar ambitieuze verwachtingen. Als financiële achtervang wordt in het weerstandsvermogen daarom rekening gehouden met een voorzichtige fasering waarin een tegenvallend scenario voor de langjarige grondverkopen is opgenomen. Dit leidt tot een buffer in het zachte weerstandsvermogen van € 24,2 miljoen. Ten opzicht van de programmarekening 2021 is de buffer nagenoeg gelijk gebleven. Normaal gesproken zal het risico profiel af moeten nemen doordat de cijfers van 2022 niet meer in de risicoberekening zitten, maar door het toevoegen van MVA gronden, wat leidt tot extra risico, neemt de risico juist toe. Beide bewegingen hebben geleid tot een neutrale mutatie van het risico profiel.

De te betalen vennootschapsbelasting is op basis van de aangifte Vpb 2021 herijkt. Vanaf 2023 wordt verwacht dat we Vpb over de resultaten van het grondbedrijf moeten betalen. Dit heeft te maken met de stijgende grondwaardes waardoor hogere fiscale winsten worden behaald. Dit bedrag is op basis van de ramingen van de kosten en opbrengsten van het MPGA 2022 ingeschat op een bedrag van € 45,9 miljoen en valt circa € 32,9 miljoen hoger uit dan bij de programmarekening 2021.

Deze post verschuift van het harde naar het zachte weerstandsvermogen omdat het resultaat van de grondexploitatie veel positiever is geworden door de stijgende grondwaarde van de afgelopen periode. De kans dat de grondexploitatie dusdanig verslechtert dat het resultaat weer negatief wordt en de reservering weer naar het harde weerstandsvermogen zou moeten gaan, wordt als zeer klein gezien.

Door een wijziging in landelijke regelgeving worden we geconfronteerd met extra onderzoekskosten en mogelijk ruimingskosten. Wij verwachten dat circa 68% van de kosten kan worden gedeclareerd bij het Rijk. Het risicobedrag van € 1,5 miljoen is ingeschat op basis van de reeds gemaakte kosten en de in de toekomst nog te maken kosten.